Waarom ik me niet meer schaam voor mijn burn-out

20 okt 2017

6 min leestijd

Burn-out. Een nog steeds versluierd onderwerp, maar waar iedereen een soms even versluierde mening over heeft. Ik heb er één gehad, en ja, ik was ‘nog maar 21’. Maar vandaag wil ik je even laten meekijken in die warrige periode, in de hoop dat je er misschien wat inspiratie uit haalt voor je eigen (werk)leven!

Even voor de duidelijkheid: Dit is geen melige zeurpost over het leed dat een burn-out heet. Integendeel! Mijn doel is het om uit eigen ervaring te vertellen over deze verwarrende periode zodat het taboe rond burn-out bij jongvolwassenen misschien wat doorbroken wordt. Een burn-out is eigenlijk een ziekte, en uiteindelijk kan een ziekte iedereen overkomen. Het is zeker geen teken van onkunde of een gebrek aan professionaliteit. Maar een burn-out vertelt je wel veel over jezelf. Hoe je dit interpreteert, ligt ook weer volledig bij jezelf. Maar door het taboe rondom dit thema interpreteren de meesten dit als een zwakte bij zichzelf, en daar maakte ik me ook schuldig aan.

Burn-out bij jongvolwassenen: Taboe?

Ja hoor, we spreken wel degelijk nog van een taboe. Maar hoe komt dat precies? We leven in een wereld waar alles draait om succes, geld en toonbaar geluk. Dit smeren we vervolgens uit over sociale media, want ons leven is toch ‘o-zo-tof’. Ziek zijn, niet meer ‘mee’ zijn of wat pech hebben op het werk past niet in dat beeld, en dus krijgen we het gevoel dat we niet meer meetellen. A.k.a.: We zijn zwakker dan de rest.

Als jongvolwassene merk ik dat dit soort groepsdruk zich nog meer voordoet rond de leeftijd van afstuderen, want dan moet je je pas gaan bewijzen in de wereld! Je trekt hoopvol de arbeidsmarkt op, en met wat geluk (of net heel veel) vind je een job. Of die effectief bij je past? Daar kraait geen haan naar, want: “Wees blij dat je werk hebt!”

Ondertussen zie je links en rechts op je overactieve sociale mediakanalen dat al je leeftijdsgenoten het geweldig doen. Vriend 1 is gepromoveerd, vriendin 2 is al voor de tiende keer dit jaar op vakantie, koppel 3 is zwanger en je neef heeft net een bouwgrond gekocht. Je werkt je dus te pletter op je nieuwe job, want je wil mee. Negatieve puntjes aan je werk houd je liever voor jezelf, want elke vorm van klagen wordt in je omgeving afgewimpeld. “Tja jongen, je begint nog maar pas hé. We zijn allemaal beneden aan de ladder begonnen. Je moet iets willen doen voor je centen!”, klinkt het dan.

Hebben ze ongelijk? Ongetwijfeld niet. We zijn jong, we zijn onervaren en we willen té veel, té snel. Bovendien willen we ons bewijzen in de wereld, want de concurrentie is bikkelhard. Maar … is het dan zo moeilijk te geloven dat jongvolwassenen ook slachtoffer kunnen worden van een burn-out?



Burn-out bij jongvolwassenen: Geen zwakte

Ik kreeg mijn burn-out toen ik 21 was. Op een dinsdag liep ik trillend binnen op mijn werk (de nacht daarvoor was de zoveelste vol nachtmerries en paniekaanvallen), en iets in me zei: ‘Hier kom ik niet meer terug.’ Die avond ging ik naar de dokter, die me meteen doorverwees. Diagnose: Burn-out. Verplicht een half jaar thuis, minstens. Ik voelde me zwak en wilde me constant excuseren voor mijn ‘situatie’ als gevolg van de vele veroordelende reacties waar ik mee te maken kreeg. Niet alleen voelde ik me veroordeeld voor de burn-out op zich, maar ook omdat ik nog maar 21 was. Vaak leek het alsof mensen niet echt geloofden dat ik een burn-out had, want ik ging toch wandelen met de hond en naar de stad om te winkelen?

“21 en nu al een burn-out? Maar meiske toch, je hebt toch amper gewerkt!”

“Je gaat toch niet één van die mensen worden die eeuwig op de ziekenkas leven hé, want daarvoor ga ik niet werken!”

Nochtans heeft een burn-out bij jongvolwassenen niets te maken met hoe lang je al ergens werkt. Het heeft te maken met hoezeer je je best doet, hoe hard je voor iets werkt en jezelf aan de kant schuift. Anders gezegd, volgens een artikel op mediarteIn order to be burn-out, one has to first be on fire. En man, ik werkte echt met vuur en vlam. Toen ik de job in kwestie kreeg, was ik erg dankbaar want de sollicitatieprocedure was niet simpel en bestond uit diverse selectierondes.

De eerste tijd verliep alles super, ik was als het ware een spons en slorpte alle kennis en leerstof op. De aanwezige verkoopsdruk zorgde ervoor dat ik elke dag tot het uiterste ging om bovenaan te staan. Maar de druk veranderde langzaam aan in een verlammende blok op mijn schouders die er uiteindelijk voor zorgde dat ik om 17 uur bang naar huis reed, bang van de volgende dag.

Burn-out bij jongvolwassenen: Sorry not sorry

Uiteindelijk vertelde ik bijna niemand over mijn burn-out. Dat was deels uit schrik voor de reacties, maar ook deels omdat ik het beu was om op bijna verontschuldigende wijze te vertellen hoe het zover gekomen was. Als ik hier achteraf over nadenk, is het eigenlijk erg triest. Ik had me niet moeten schamen of verontschuldigen voor het feit dat ik mezelf te pletter gewerkt had. Als ik me al had moeten verontschuldigen, dan was het aan mezelf.

Als jongvolwassene moet je dus blij zijn als je werk hebt, absoluut. Toen ik afstudeerde, verwachtte ik helemaal niet dat ik meteen in een goed betaalde, dicht bij huis zijnde droomjob zou belanden. Ik wist dat ik waarschijnlijk enkele tijd niet rondom mijn interesseveld van schrijven en webdesign zou werken, want hier was nu eenmaal niet veel werk in. Maar betekent dit dan ook dat jongvolwassenen geen recht hebben op een job waar ze plezier en voldoening uit halen? Of je nu een van de laagste of hoogste jobs bekleed in onze maatschappij, de echte waarde ligt ‘m toch in het plezier die je uit die job haalt. En natuurlijk dwingen onze verantwoordelijkheden ons soms tot banen waar we niet helemaal tevreden mee zijn, maar we mogen nooit stoppen met streven.

Burn-out bij jongvolwassenen: Elk nadeel heeft z’n voordeel

Mijn burn-out was misschien geen fijne ervaring, maar ik geloof wel dat het me heeft gebracht naar waar ik vandaag ben. Na een jaar bijkomende werkervaring te hebben opgedaan in een andere job, heb ik de stap gewaagd om zelfstandig freelancer te worden. Eindelijk weet ik waarom ik nooit kon leven in een 9-to-5-omgeving, en dat is een ongelofelijk bevrijdend gevoel.

Als er één ding is dat ik van mijn burn-out heb geleerd, dan is het grenzen trekken en naar je lichaam luisteren. Ja ik ben jong, en ja, ik werk nu best wat harder voor later. Maar zeker als jonge zelfstandige is het belangrijk dat je je eigen waarde kent en weet wanneer iemand te veel van je vraagt onder het mom ‘bewijs je nu maar eens’. De balans maken is soms moeilijk, maar ik probeer het elke dag opnieuw. En dat is ook het punt van dit artikel: Luister naar jezelf, herken de tekens eer het te laat is en zoek indien nodig naar een oplossing of alternatief. Een burn-out kan iedereen overkomen, dus het negeren heeft geen zin.

Keep burning, but don’t burn out! 😉

Katrien

Vond je dit een leuk artikel? Deel het dan via de knoppen hieronder en schrijf je in voor de nieuwsbrief om updates te krijgen!



Ook interessant